Jeugdliteratuur en didactiek
Hoe krijg je als docent Nederlands je leerlingen zo ver dat ze met plezier gaan lezen? Krachtige verhalen van eigenzinnige schrijvers, rijke teksten, humoristische gedichten en mooie romans kunnen de persoonlijke en sociale vorming van jongeren stimuleren. Het opleidingsboek Jeugdliteratuur en didactiek laat zien hoe veelzijdig jeugdliteratuuronderwijs kan zijn en wat de kracht ervan is, zowel in het voortgezet onderwijs als het mbo. Jeugdliteratuur en didactiek is een uniek en toegankelijk handboek dat toekomstige docenten Nederlands literair competent maakt en ze ontwikkelt tot enthousiaste leesbevorderaars. Het boek biedt vanuit een pedagogische invalshoek kennis over het belang van lezen en leesbevordering. Het is bovendien het enige handboek over jeugdliteratuuronderwijs dat is toegespitst op het hele tweedegraadsgebied. Het boek bestaat uit een beknopte theoretische basis en een praktijkdeel, waarbij het bevorderen van leesplezier bij de leerling centraal staat. Er is veel aandacht voor 'De Leescyclus', een didactische aanpak die lezen bevordert, leesplezier stimuleert en uitgaat van maatwerk. Jeugdliteratuur en didactiek biedt een grote hoeveelheid lessuggesties die docenten kunnen inzetten tijdens het bespreken van literaire teksten. Jeugdliteratuur en didactiek is geschreven voor studenten van de tweedegraads lerarenopleiding Nederlands. Hiernaast is het zeker ook geschikt als naslagwerk en bronnenboek voor docenten Nederlands en professionals werkzaam in de onderbouw van het voortgezet onderwijs, het vmbo en mbo en voor eerstegraads docenten Nederlands. Peter van Duijvenboden werkt als teamleider projectontwikkeling en innovatie bij Stichting Lezen en is domeinspecialist voor het beroepsonderwijs en de lerarenopleidingen. Janneke de Jong-Slagman is docent en onderzoeker aan Driestar Hogeschool Gouda en geeft Nederlands aan de pabo en de lerarenopleiding. Iris Kamp geeft jeugdliteratuur en de didactiek ervan aan de lerarenopleiding van de HAN. Ook is ze recensent van jeugdboeken. In totaal hebben aan dit boek tien auteurs gewerkt. Ze zijn fervent voorstander van een belangrijke plek voor jeugdliteratuur binnen het vak Nederlands.